INGEZONDEN BRIEF - De discussie rond het kasteel en het bouwen achter de muur van de moestuin spitst zich toe op de vraag of wij, Gemertenaren, 'het offer moeten brengen', lees: het goed te vinden dat de paters Spiritijnen daar gaan bouwen. Feitelijk vraagt de Congregatie aan de inwoners van Gemert om de open, groene omgeving van het kasteel af te staan.

Dit omwille van het kasteel, want - zo stellen de paters - alleen dan kan het aloude monument en de manier waarop het wordt bewoond en gebruikt, worden gecontinueerd. Met andere woorden, een enigszins ideële invulling binnen de grachten, het benodigde slijk der aarde wordt dan buiten de gracht verdiend.
Willen we dat niet, dan gaat de hoogstbiedende projectontwikkelaar met 'ons' kasteel aan de haal. Tegen deze voorstelling van zaken zijn drie krachtige argumenten in te brengen:

Er zullen niet al te veel geïnteresseerde projectontwikkelaars overblijven als zij weten dat ook zij gehouden zijn aan de beperkende voorwaarden die de paters zouden nopen het kasteel aan de hoogstbiedende te verkopen. De kassa van de projectontwikkelaar zal dan niet rinkelen, want het kasteel zelf is absoluut geen potentiële geldverdiener. Integendeel, gezien de terechte beschermende wetgeving ten aanzien van monumenten gaat het kasteel eerder geld kosten, dat weten de paters als geen andere.

Er is geen noodzaak voor het bouwen achter de muur, laat staan voor bouwen verderop in de Hoef. Immers, er zijn alternatieven genoeg. Het ICC heeft al in een vroeg stadium de mogelijkheden uitgewerkt die het poortgebouw in de oorspronkelijke U-vorm te bieden heeft. Tijdens de ledenvergaderingen van de Heemkundekring zijn alternatieven aangereikt voor de bouw van een paterscommuniteit binnen de buitengrachten. Een aanpassing van het Nazarethklooster, nota bene slechts een paar honderd meter verwijderd van de door de paters zo begeerde plaats, is niet zo duur en met snelheid te realiseren.

Als de reactie dan is: "Ja, maar gij bepaalt niet waar de paters gaan wonen", dan antwoord ik: "Inderdaad, dat bepalen de paters zelf. Zij moeten gaan wonen op een plaats die hen zint! MAAR: niemand in Nederland mag eisen en kan verlangen precies op die plek te gaan wonen die hij of zij het meest ideaal vindt. Midden in een beschermd natuurgebied? Nee. Op het strand tegenover de pier van Scheveningen? Nee. Op de Dam in Amsterdam? Nee. In de Hoef in Gemert? Nee."

Toen ik uit het ICC stapte werd mij door sommigen verweten een zwartkijker te zijn. Mijn stelling dat de woningen voor de paters de opmaat zouden zijn voor steeds meer bebouwing in de Hoef werd weggelachen. Maar ziet, niet binnen vijf jaar, maar binnen twee maanden blijken de plannen al zestig huizen extra te omvatten. Ben ik dan een zwartkijker als ik zeg dat het eigene van Gemert, een centrum dat grenst aan de open ruimte, met een kasteel dat méér monument is dankzij de monumentale omgeving, voor nu en de toekomst dreigt te worden verkwanseld?

Als ex-ICC-er wil ik nogmaals een pleidooi houden voor de uitstekend onderbouwde plannen van het ICC. Die plannen staan of vallen volgens mij met de vraagprijs voor het kasteel. Is die prijs de ene, symbolische Euro die vaak plechtig overhandigd wordt als het gaat om een monument dat eerst miljoenen aan restauratie en renovatie gaat kosten? Of is dat meteen al tien of twintig miljoen kosten koper? Als de waarheid ook maar een beetje in het midden ligt, dan hoeven er verder geen offers te worden gebracht...

Simon van Wetten, lid van de Heemkundekring én van de Initiatiefgroep ‘Geen woonblok achter de muur: houd het kasteel groen en puur!’